Bernard exposeerde zijn experimentele prentenserie Les Bretonneries in 1889 op de Wereldtentoonstelling: zeven plattelandsscènes in een naïeve beeldtaal met golvende lijnen en platte vlakken.
De prenten toonden andere jonge kunstenaars, zoals de Nabis, de artistieke mogelijkheden van de moderne prentkunst.
Spontaan en ongepolijst
Op zoek naar een moderne en expressieve beeldtaal voor zijn vaak mystieke onderwerpen bekwaamde Bernard zich in de middeleeuwse techniek van de houtsnede.
In tegenstelling tot de belle épreuves die met zorg werden afgedrukt, geven zijn prenten een lukrake spontaniteit weer met fouten, vingerafdrukken en inktvlekken. Wat elk exemplaar extra uniek maakt, was Bernards gewoonte de prenten handmatig in te kleuren met waterverf.
Christelijke inspiratie
Bernard raakte in de jaren negentig steeds meer in de ban van het katholicisme. Hij vertrok naar Constantinopel en Egypte, op zoek naar de oorsprong van het christendom.
De prenten met Bijbelse voorstellingen die hij vanuit deze verre oorden naar het tijdschrift L’Ymagier stuurde, zijn met hun primitivistische karakter terug te voeren tot de stijl en techniek van middeleeuwse kunst.
Tot ver in de 20ste eeuw bleef hij in deze trant prenten produceren voor kunstenaarsboeken.
Verder lezen
-
Caroline Boyle-Turner, Gauguin and the School of Pont-Aven, Londen 1986
-
Mary-Ann Stevens (red.), Emile Bernard (1868-1941). A Pioneer of Modern Art, Zwolle 1990
-
Daniel Morane, Emile Bernard 1868-1941. Catalogue raisonné de l'oeuvre gravé, Parijs 2000