De Volpini-suite
Gauguin bracht in zijn prentenserie van tien zinkografieën verschillende onderwerpen uit zijn geschilderde oeuvre samen in een inventieve mix. Hij exposeerde de serie in het Volpini-café tijdens de Wereldtentoonstelling van 1889.
Hij beperkte zich tot zwarte en bruine drukinkt, maar koos voor kanariegeel papier dat de aandacht van vele kunstenaars trok. De prenten werden in kleine oplage gedrukt en Gauguin kleurde de omslag zelfs met de hand in, wat de serie nog unieker maakt.
De prentenserie Noa Noa
Bij de prentenserie Noa Noa, die Gauguin een paar jaar later maakte, stortte hij zich op de houtsnede. Dit was een medium dat nog beter aansloot bij zijn verlangen naar eenvoud en ambachtelijkheid. De exotisch aandoende prenten waren bedoeld als illustraties bij een gelijknamig reisverslag, dat hij maakte op Tahiti. De rauwe en ongepolijste beelden die hij kreeg door in het harde oppervlak te gutsen, illustreren het (omstreden) neokoloniale beeld dat hij van het eiland had.
Verder lezen:
- Caroline Boyle-Turner, The Prints of the Pont-Aven School, Washington 1986
- Tobia Bezzola en Elizabeth Prelinger, Paul Gauguin. The Prints, Zürich 2012
- Marcel Guérin, L'Oeuvre gravé de Gauguin, San Francisco 1980