passant
De grootste bezienswaardigheid van Parijs in het fin de siècle was de voorbijtrekkende menigte op de boulevards.
De dichter Charles Baudelaire beschreef in zijn beroemde gedicht ‘A une passante’ hoe hij in de menigte ‘als een bliksemflits’ die ene vrouw zag, ‘wier blik mij plotseling weer deed geboren worden’.
Kunstenaars traden in zijn voetsporen door de passant intens te observeren en af te beelden in hun stadsgezichten.
-
Visueel spektakel
Prentkunstenaars als Pierre Bonnard richtten zich vooral op het visuele spektakel van de voorbijtrekkende menigte.
Ze probeerden de bewegingen van slenterende passanten te vangen in schimmen en silhouetten.
In Vrouw met paraplu gaf Bonnard een flanerende Parisienne weer als een beweeglijk en sierlijk maar strak omlijnd zwart vlak en creëerde zo een icoon van het moderne stadsleven.
-
Sociale typen
Meer geëngageerde kunstenaars verbeeldden de straat als ontmoetingsplaats van verschillende sociale typen.
Terwijl de levens van de sociale klassen – en de seksen – gewoonlijk strikt gescheiden bleven, liep op straat iedereen door elkaar.
Théophile-Alexandre Steinlen verbeeldde dit vrij letterlijk in zijn monumentale affiche La rue, waarop de arbeider en de kapitalist, de Parisienne en wasvrouwtje op gelijke hoogte langs trekken.
Verder lezen
Charles Baudelaire, ‘A une passante’, in Les Fleurs du mal, 1857 en Le Peintre de la vie moderne, 1863
Vanessa R. Schwartz, Spectacular Realities. Early Mass Culture in Fin-de-Siècle Paris, Berkeley 1998
Ursula Perucchi-Petri, Die Nabis und das moderne Paris. Bonnard, Vuillard, Vallotton und Toulouse-Lautrec, aus der Sammlung Arthur und Hedy Hahnloser-Bühler und aus Schweizer Museums- und Privatbesitz, Bern 2011