Essay
Hoe heeft een Nederlandse verzekeringsmakelaar kunnen uitgroeien tot de belangrijkste verzamelaar en vertrouweling van de symbolistische kunstenaar Odilon Redon?
Tientallen prachtige werken van de meest toonaangevende Franse kunstenaars van eind negentiende eeuw. Dat is wat je zag als je over de drempel stapte van het Amsterdamse woonhuis van Andries Bonger (1861-1936). In vijftien jaar tijd verzamelde Bonger een indrukwekkende selectie kunstwerken en dit begon allemaal in Parijs.
Daar startte hij in 1879 op 18-jarige leeftijd als jongste bediende bij een handelsfirma. In zijn vrije tijd bezocht hij galeries en tentoonstellingen. Hij dompelde zich gretig onder in de wereld van de hedendaagse kunst en keek zijn ogen uit.
Toch begon hij pas na zijn terugkeer in Nederland serieus met verzamelen. Met een goede baan als verzekeringsmakelaar had hij er toen de financiële middelen voor.
Hij kocht en kreeg werk van onder meer Vincent van Gogh, Émile Bernard en Odilon Redon. Zo groeide zijn verzameling uit tot één van de belangrijkste van Franse moderne kunst in Nederland. Dat is bijzonder, want Nederlandse verzamelaars op dit gebied waren op één hand te tellen.
In Parijs raakte Andries Bonger innig bevriend met Theo van Gogh, de broer van Vincent. De leeftijdsgenoten deelden een liefde voor kunst en literatuur en konden er uren over praten.
Theo wist dankzij zijn werk als kunsthandelaar veel van de Parijse kunstwereld en gaf zijn kennis door aan Andries. ‘De oogen gaan me iederen dag wijder open’, schreef Andries over de inspirerende invloed van zijn vriend. Ook introduceerde Theo hem bij zijn broer Vincent. Uiteindelijk verwierf Bonger maar liefst zeven schilderijen van Van Gogh.
Toen Theo met Andries’ zus Jo trouwde, werd de band tussen de twee families nog hechter. Dat ongeveer de helft van Bongers collectie in het Van Gogh Museum terecht kwam, is dan ook heel passend.
Andries Bonger wilde het werk van twee kunstenaars zo compleet mogelijk verzamelen: Odilon Redon en Émile Bernard.
Hij leerde Bernard kennen op de begrafenis van Vincent van Gogh. In die periode schilderde Bernard vooral religieuze thema’s in helderde vlakken en kleuren. Dat sprak Bonger aan en hij kocht tientallen werken van hem.
Maar er was een kunstenaar met wie de verzamelaar nog meer verwantschap voelde: Odilon Redon (1840-1916). In Theo’s Parijse appartement zag Bonger voor het eerst een werk van de kunstenaar: Gesloten ogen.
Het verbeeldt een figuur die zijn ogen sluit voor de zichtbare werkelijkheid. Dat moet Bonger hebben aangesproken. Ook hij verloor zich liever in een droomwereld, te midden van zijn kunstwerken. Bonger zag het diepzinnige werk van de kunstenaar als absoluut hoogtepunt van zijn tijd.
Andries Bonger geloofde dat kunst een directe uiting was van de geest van de maker. Een innige relatie tussen verzamelaar en kunstenaar was volgens hem noodzakelijk om de kunst beter te begrijpen.
Tussen Bonger en Redon ontstond een hechte vertrouwensband. Ze ontmoetten elkaar voor het eerst in Parijs in 1891. Toen Bonger terugverhuisde naar Amsterdam, onderhielden ze intensief contact via brieven. Meer dan driehonderd zijn er bewaard gebleven.
De twee mannen deelden een passie voor muziek en literatuur en schreven uitgebreid over de kunst van hun tijd. Natuurlijk ging het ook vaak over de werken van Redon die Bonger wilde aankopen of al had gekocht.
Uiteindelijk legde Bonger in veertien jaar tijd een verzameling aan die representatief was voor Redons hele oeuvre: van zijn vroege houtskooltekeningen en prenten in diepzwart tot zijn latere pastels en schilderijen in kleur.
Alle werken van Odilon Redon en ook van de andere kunstenaars die Andries Bonger verzamelde, kregen een plekje in zijn interieur. De muren waren behangen met kunstwerken.
Bonger hing zijn werken in een zorgvuldige samenhang op. Hij vergeleek het met het componeren van een muziekstuk, waar elk nieuw werk een noot toevoegt aan de harmonie van het totaal. Het resultaat was een kunstwerk op zich.
Redon was hier nauw bij betrokken. Hij gaf bijvoorbeeld de suggestie om de werken op een geel behang te hangen, wat de verzamelaar vervolgens ook deed. En Redon koos de lijsten en passe-partouts voor zijn eigen werken, omdat hij vond dat dit cruciaal was voor de beleving van het kunstwerk.
Op deze foto’s zie je wat het indrukwekkende resultaat was van de inspanningen van beide heren.
De kroon op Bongers verzameling waren de decoratieve werken die Redon en Bernard speciaal voor zijn interieur maakten. Beide kunstenaars zorgden ervoor dat het een geheel vormde met de kunstwerken die er al hingen.
Zo decoreerde Bernard een spiegellijst en haardscherm die pasten bij het kleurenpalet van Redons werken. Redon maakte de decoratieve panelen De boeddha en De rode boom, die verzonken in de muur hingen, alsof het muurschilderingen waren.
Met deze decoratieve werken ging voor Bonger een grote wens in vervulling: Hij schreef in 1903 aan Redon:
‘Het was een droom van me om ooit een klein huisje te hebben ingericht naar mijn persoonlijke smaak en gedecoreerd door u en Bernard.’
Bonger liet de kunstenaars van wie hij werk kocht vaak zelf een lijst kiezen. Hij was ervan overtuigd dat ze zelf het beste wisten welke lijst paste bij hun werk. Omdat de werken weinig van eigenaar zijn gewisseld, zijn al die originele lijsten bewaard gebleven. Dit is bijzonder, omdat we daarom weten hoe de kunstenaars zelf hun werk wilden presenteren.
Redon vroeg meestal zijn vaste lijstenmaker J. Boyer in Montmartre om een passende lijst te verzorgen. Boyer koos voor subtiele goudkleurige lijstjes die Redons schilderijen een ijl karakter geven. Voor belangrijke werken, zoals het bloemstilleven Vision, pakte Boyer uit met een mooie witte lijst met gouden inleg.
Hoe belangrijk Redon de inlijstingen van zijn werk vond, blijkt uit deze brief aan Bonger. Hij schreef:
‘Vertel me vooral over de lijsten waarvoor ik zorggedragen heb en over het effect van de werken. (…) Ze lijken zo delicaat, en gevoelig voor de dingen om ze heen.’