Wereldtentoonstelling
In een stad die bol stond van het amusement, waren de Parijse Wereldtentoonstellingen van 1855, 1867, 1878, 1889 en 1900 het ultieme spektakel van de 19de eeuw.
De talloze, over de hele stad verspreide, exposities en spectaculaire evenementen trokken tientallen miljoenen bezoekers en bevestigden de faam van Parijs als hoofdstad van de wereld.
De ‘Expositions Universelles’ waren daarmee een uiterst geschikt onderwerp voor prentkunstenaars die het moderne stadsleven wilden verbeelden.
-
De Eiffeltoren
In de Wereldtentoonstelling van 1889 lag de nadruk op het promoten van de Franse industrie en de technologische vooruitgang.
De hoofdattractie was de gietijzeren toren ontworpen door ingenieur Alexandre Gustave Eiffel, die zou uitgroeien tot het icoon van het moderne Parijs.
Prentkunstenaar Henri Rivière begon al tijdens de bouw in 1888 aan zijn speelse serie kleurenlithografieën 36 gezichten op de Eiffeltoren.
De toren, die hij soms bladvullend, soms slechts als silhouet op de achtergrond weergaf, diende hierbij als vertrekpunt om de stad te verkennen.
-
Psychologie van de massa
Toen Félix Vallotton de opdracht kreeg de Wereldtentoonstelling van 1900 vast te leggen in zes houtsneden, liet hij de attracties links liggen en richtte zich op de bewegingen en reacties van de mensenmassa’s die de tentoonstelling bezochten.
Hij gaf treffend weer hoe de indivuele bezoekers, op elkaar gepakt en langs dezelfde routes gedreven, opgaan in een menigte, die als collectief vlucht voor een regenbui en zich als één persoon vergaapt aan het vuurwerk.
Verder lezen
Phillip Dennis Cate, The Eiffel Tower. A Tour de Force. Its Centennial Exhibition, New York 1989
Vanessa R. Schwartz, Spectacular Realities. Early Mass Culture in Fin-de-Siècle Paris, Berkeley 1998
Jean-Christopher Mabire, L’Exposition Universelle de 1900, Parijs 2000