rand (ornamenttype)
Het avant-garde tijdschrift La Revue blanche van de drie gebroeders Natanson ademde de interdisciplinaire tijdgeest van het fin de siècle.
De redacteuren weigerden kleur te bekennen door een bepaalde school of stijl te kiezen, en verwelkomden iedere dichter, journalist, theatermaker of kunstenaar met talent.
Niet voor niets noemden ze hun tijdschrift ‘wit’, naar het optische effect van het mengen van alle kleuren. Vanuit deze opvatting boden de broers ook moderne prentmakers een podium.
Ze drukten vanaf 1893 bij elk nummer een prent als frontispiece, organiseerden tentoonstellingen en publiceerden prentenseries en prentenalbums.
-
Albums vol Nabis
De Natasons onderhielden overigens wel extra hechte banden met de kunstenaarsgroep de Nabis.
Ze verzamelden gretig de schilderijen van Pierre Bonnard, Félix Vallotton en Edouard Vuillard en vroegen hen prenten en illustraties te leveren voor het tijdschrift. Thadée Natanson kondigde het prentenalbum van La Revue blanche aan met de woorden:
‘Hierbij presenteren we de bij onze lezers reeds bekende namen, bijna allemaal afkomstig uit dezelfde groep de Nabis, wiens serie lithografiën sinds drie jaar wordt gebruikt als frontispices.'
-
Misia als uithangbord
De belichaming van La Revue blanche was Misia Natanson, de echtgenote van Thadée.
Zij was het toonbeeld van de modebewuste Parisienne en de muze van de Nabis.
Haar gecultiveerde elegantie die zo goed paste bij de deftige uitstraling van het tijdschrift, werd benadrukt in de reclame-affiches met haar, die Bonnard en Henri de Toulouse-Lautrec voor het tijdschrift ontwierpen.
Verder lezen
Georges Bernier, La Revue blanche. Paris in the Days of Post-Impressionism and Symbolism, New York 1983
Bret Waller, Grace Seiberling, Artists of La Revue blanche. Bonnard, Toulouse-Lautrec, Vallotton, Vuillard, tent.cat., Rochester (Memorial Art Gallery of the University of Rochester) 1984
Pamela A. Genova, ‘Symbolist Journals: A Culture of Correspondence’, in Studies in European Cultural Transition, Hampshire 2002