Tijdens het herdenkingsjaar Van Gogh 2015 presenteert het Van Gogh Museum Munch : Van Gogh, de langverwachte tentoonstelling die het werk van Vincent van Gogh en Edvard Munch voor het eerst in de geschiedenis op grote schaal samenbrengt. Centraal staan de raakvlakken in het werk van beide kunstenaars, dat tot op de dag van vandaag een miljoenenpubliek inspireert. Munch : Van Gogh is een unieke tentoonstelling: meer dan 100 kunstwerken - circa 80 schilderijen en 30 werken op papier - worden geëxposeerd. Zelden uitgeleende iconische topstukken van over de hele wereld – zoals Munchs De schreeuw en Van Goghs Sterrennacht boven de Rhône – vormen de allereerste tentoonstelling in de heropende tentoonstellingsvleugel van het museum. Geïnspireerd door Munch : Van Gogh organiseren tien toonaangevende Amsterdamse culturele instellingen (waaronder EYE, Toneelgroep Amsterdam, Koninklijk Concertgebouw Orkest en Nederlands Philharmonisch Orkest) dit najaar een Cultuurprogramma verspreid over de hele hoofdstad.
Waar hangt De schreeuw?’ is een veel gestelde vraag in het Van Gogh Museum. Niet zo verwonderlijk, want de Noor Edvard Munch (1863-1944) en de Nederlander Vincent van Gogh (1853-1890) worden al ruim een eeuw als vanzelfsprekend in één adem genoemd. Hoewel zij elkaar nooit ontmoet hebben, waren zij in dezelfde tijd met dezelfde thema’s bezig en zijn hun visies op leven en kunst aan elkaar verwant. Munch : Van Gogh is de eerste tentoonstelling in de geschiedenis die de artistieke affiniteit tussen deze zielsverwanten centraal stelt. Met meer dan honderd belangrijke werken, waaronder een aantal topstukken dat zelden wordt uitgeleend (De schreeuw, Het zieke kind en Madonna van Munch; Sterrennacht boven de Rhône, Patience Escalier (‘De boer’) en De brug van Trinquetaille van Van Gogh), biedt Munch : Van Gogh de bezoeker de unieke kans om het belangrijkste deel van hun oeuvre op één locatie te bewonderen. *Munch : Van Gogh is het resultaat van een jarenlange samenwerking en intensief onderzoeksproject tussen het Van Gogh Museum en het Munch Museum in Oslo.
Radicale avant-garde
Hoewel Munch tien jaar jonger was dan Van Gogh, begonnen hun carrières vrijwel gelijktijdig in 1880. Beiden namen in hun geboorteland de naturalistische schilders met hun sentimentele onderwerpen en gedempte paletten tot voorbeeld. Al snel begonnen de twee kunstenaars traditionele motieven op een heel persoonlijke manier te benaderen. De tentoonstelling Munch : Van Gogh start met deze vroege jaren, waarbij De aardappeleters (Van Gogh) en Ochtend (Munch) in hun rauwe eerlijkheid te zien zijn. Deze werken stuitten destijds op onbegrip en beide mannen beseften dat zij op eigen bodem niet verder zouden komen. Ze trokken vlak na elkaar naar Parijs, dé plek waar het in die dagen allemaal gebeurde: het centrum van alles wat nieuw en modern was, de ontmoetingsplek voor de avant-garde waar nieuwe stromingen als impressionisme en pointillisme floreerden. Munch en Van Gogh experimenteerden gretig met nieuwe stijlen, om zo tot heel eigen kunstwerken te komen. Hun missie: het radicaal moderniseren van kunst, wars van iedere conventie.
Universele emoties
Beiden wijdden hun kunstenaarschap aan de existentiële vragen die we ons allemaal stellen, maar waarop niemand ooit antwoord krijgt. Centraal staan de grote emoties van het menselijk bestaan met al zijn harde, ongrijpbare en ook mooie kanten: de cyclus van geboorte en dood, angst, menselijk lijden, troost, hoop en liefde. De belangrijkste schilderijen in hun oeuvre - zoals De sterrennacht, De schreeuw, Het zieke kind en Madonna van Munch of Augustine Roulin (La berceuse), Korenveld onder onweerslucht en De tuin van de inrichting van Van Gogh - gaan over deze thema’s: het uitdrukken van hoop in een ster of lijden in een afgebroken tak.
Om het gevoel of idee achter hun kunst zo sterk mogelijk over te brengen, voerden Munch en Van Gogh hun beeldmiddelen tot het extreme op. Hun kleuren spatten van het doek, ze accentueerden vormen en lijnen, vereenvoudigden de realiteit. Ze zochten naar nieuwe perspectieven en uitsneden en legden grote nadruk op het gebruik van verf en andere materialen. Hierin gingen beiden tegen alle conventies in, op en top modern. Ondanks hun complexe technieken ziet het resultaat er vaak zo eenvoudig uit. Hun kunstwerken zijn heel toegankelijk maar tegelijkertijd ook zo complex, diep menselijk: ze raken hart én hoofd. Dit is precies wat Munch en Van Gogh zo bijzonder maakt.
De combinatie van vernieuwende technieken met universele thema’s resulteert in indringende beelden die ons tot op de dag van vandaag aangrijpen. In Het Gele Huis (‘De straat’) gebruikte Van Gogh scherpe kleurcontrasten om de intense hitte van Zuid-Frankrijk weer te geven; in Dodenkamer vervormde Munch het perspectief en het gevoel van ruimte, waarmee hij een verstikkende sfeer creëerde. Ook in talrijke brieven, dagboekfragmenten en literaire teksten schreven Van Gogh en Munch over de emoties en beproevingen van het leven. Fraaie voorbeelden hiervan zijn in de tentoonstelling te zien, zoals Munchs geïllustreerde tekst over De schreeuw.
Ultieme samenhang
We kennen schilderijen als de Zonnebloemen van Van Gogh of de Vampier van Munch als losse werken, maar oorspronkelijk waren ze bedoeld als onderdeel van een serie. Beide kunstenaars hoopten dat hun schilderijen elkaar in een samenhangend geheel (door hen beiden ‘symfonieën’ genoemd) zouden aanvullen en verduidelijken. Munchs beroemdste serie schilderijen is Levensfries, waar hij jarenlang aan werkte en waarin hij het menselijke leven van geboorte tot dood verbeeldde. In het Zuid-Franse Arles schilderde Van Gogh zijn ultieme reeks schilderijen, die hij de Décoration voor het Gele Huis noemde. Deze serie - bestaande uit voorstellingen van stad en land, portretten en stillevens - was bedoeld om er de kamers van zijn huis mee aan te kleden voor de komst van vriend Paul Gauguin (1848-1903). In de laatste zaal van Munch : Van Gogh zijn de belangrijkste werken uit zowel Munchs Levensfries als Van Goghs Décoration samen te bewonderen - het slotstuk van een artistieke dialoog tussen twee zielsverwanten.
Primeur
Munch : Van Gogh is een unieke tentoonstelling: meer dan 100 kunstwerken - circa 80 schilderijen en 30 werken op papier - worden geëxposeerd. Er zijn bijna 80 bruiklenen, waaronder Patience Escalier (‘De boer’), 1888 (privécollectie), Wandelend paartje tussen rijen populieren, 1890 (Cincinnati Art Museum), Sterrennacht boven de Rhône, 1888 (Musée d’Orsay) van Van Gogh; en Ochtend, 1884 (KODE Kunstmusea van Bergen, Rasmus Meyer Collectie), Vruchtbaarheid, 1899-1900 (Canica Kunstcollectie, Oslo), Zelfportret met palet, 1926 (privécollectie), Madonna, 1895-97 (privécollectie), Het zieke kind, 1896 (Göteborgs Konstmuseum) en *De schreeuw, 1893 (Munch Museum). Deze schilderijen van Munch zijn voor het eerst in Nederland te zien. Ook van Vincent van Gogh zijn enkele werken voor het eerst in het Van Gogh Museum te zien: De ingang van het park in Arles, 1888 (Phillips Collection, Washington DC), Wandelend paartje tussen rijen populieren, 1890 (Cincinnati Art Museum) en De brug van Trinquetaille, 1888 (privécollectie).
Grote emoties
Munch en Van Gogh hielden zich beiden bezig met de grote emoties van het menselijk bestaan; liefde, angst, spiritualiteit, de dood. In het trappenhuis van de tentoonstellingsvleugel nodigt het museum zijn bezoekers uit om, net als Munch en Van Gogh, hun eigen ideeën over deze grote emoties te delen. Bezoekers kunnen zich hierbij laten inspireren door citaten van beide kunstenaars die op de muren te zien zijn. Op speciaal gemaakte bordjes kunnen de bezoekers hun verhaal achterlaten in het trappenhuis.
Cultuurprogramma door heel Amsterdam
Geïnspireerd door Munch : Van Gogh presenteren dit najaar tien toonaangevende Amsterdamse culturele instellingen (EYE, Toneelgroep Amsterdam, Het Veemtheater, Koninklijk Concertgebouw Orkest, Het Dolhuys, De Balie, De Appel, SLAA, Nederlands Philharmonisch Orkest en Van Gogh Museum) een Cultuurprogramma gebaseerd op de nalatenschap van Munch en Van Gogh. Door middel van film, performance, debat en muziek tonen de instellingen dat de invloed van beide kunstenaars op hedendaagse kunst en cultuur springlevend is. Zo presenteren het Koninklijk Concertgebouw Orkest concerten met het thema Angst en vertoont EYE kort werk van jonge filmmakers die reageren op De schreeuw. De populaire Vrijdagavonden in het Van Gogh Museum vormen het innovatief epicentrum van dit Cultuurprogramma.
Catalogus
In de rijk geïllustreerde catalogus Munch : Van Gogh, onder redactie van Maite van Dijk (Van Gogh Museum, Amsterdam), Magne Bruteig (Munch Museum, Oslo) en Leo Jansen (Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, Den Haag), wordt voor het eerst de verwantschap tussen beide kunstenaars diepgaand belicht.
Munch : Van Gogh is mede mogelijk gemaakt door de Rijksoverheid: de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Financiën een indemniteitsgarantie toegekend. De tentoonstelling is genereus ondersteund door de Turing Foundation, het Blockbuster Fonds, het Prins Bernhard Cultuur Fonds en het Mondriaan Fonds. Het Van Gogh Museum dankt tevens zijn partner de Vincent van Gogh Stichting, alsmede de deelnemers van de BankGiro Loterij voor hun betrokkenheid.