Het Van Gogh Museum, nu het mag reageren op de publicatie Vincent van Gogh. Het verloren schetsboek uit Arles en niet meer alleen op de vraag naar de authenticiteit van de tekeningen, heeft zijn eerdere statement aangescherpt en ziet geen reden om na lezing van het boek zijn mening te wijzigen; in het onderstaande worden nieuwe argumenten aangevoerd voor hun opinie dat de tekeningen imitaties van Van Goghs werken zijn en dat het overgeleverde notitieboekje veel vragen oproept.
Het Van Gogh Museum is al langere tijd op de hoogte van het tekeningenalbum dat nu als Vincent van Gogh. Het verloren schetsboek uit Arles gepubliceerd is. Hoewel dit niet in de publicatie is vermeld, hebben onze deskundigen al eerder op aanvraag van verschillende eigenaren van tekeningen uit dit album hun mening gegeven over de authenticiteit ervan, namelijk in 2008 en 2012.
Onze onderzoekers en conservatoren zijn blij met elke nieuwe toeschrijving, maar op basis van opgestuurde kwalitatief hoogstaande foto’s van 56 van de 65 nu gepubliceerde tekeningen waren zij de opinie toegedaan dat deze niet aan Vincent van Gogh konden worden toegeschreven.
Na meerdere tekeningen in 2013 ook daadwerkelijk onder ogen te hebben gehad, en na lezing van de recente publicatie zijn onze experts niet van mening veranderd. In hun opinie, gebaseerd op jarenlang onderzoek naar de tekeningen van Van Gogh in de eigen collectie en elders – het Van Gogh Museum heeft circa 500 tekeningen en vier schetsboekjes van Gogh – zijn de tekeningen in Het verloren schetsboek uit Arles imitaties van Van Goghs tekenwerk.
Er is door de experts gekeken naar stijl, techniek, het materiaal en de iconografie van de bestudeerde tekeningen in het schetsboek, en daaruit blijkt onder andere dat er typerende topografische vergissingen zijn gemaakt en dat de maker verkleurd tekenwerk van Van Gogh als voorbeeld heeft genomen.
Karakteristieke stijl ontbreekt
In de publicatie wordt gesuggereerd dat de 65 tekeningen uit het album dateren uit de periode lente 1888-lente 1890, maar opmerkelijk genoeg reflecteren de tekeningen op geen enkele wijze de ontwikkeling die Van Gogh in die periode als tekenaar doormaakte. Dat is hoogst bevreemdend, want hij ontwikkelde zich in die periode toen hij in Arles en Saint-Rémy verbleef voortdurend.
Er is in het schetsboek geen verschil in stijl tussen tekeningen uit Arles en die uit Saint-Rémy. Dat wijst niet op Van Gogh als maker. In vergelijking met zijn artistieke prestatie vinden onze deskundigen de tekentrant van de maker van de tekeningen uit Het verloren schetsboek uit Arles bovendien monotoon, onbeholpen en krachteloos.
Van Goghs karakteristieke raffinement – waaronder zijn snelheid van tekenen zonder aan trefzekerheid in te boeten, zijn grote gevoel voor licht-donker tegenstellingen én zijn vaardigheid om een overtuigende samenhang aan te brengen in een groot arsenaal aan tekentechnieken – zijn niet in deze tekeningen aangetroffen.
Bruine inkt niet typisch
Veelzeggend is verder dat de tekeningen in Vincent van Gogh. Het verloren schetsboek uit Arles zijn uitgevoerd in een bruine inkt, geïdentificeerd als een sepia/schellak inkt. Dat is een type inkt die nog nooit is aangetroffen in de tekeningen van Van Gogh uit de jaren 1888-1890. Van Gogh werkte destijds met zwarte en – incidenteel – paarse inkt, die in de loop der tijd echter sterk bruin zijn verkleurd.
In Het verloren schetsboek uit Arles wordt beweerd dat dit ook het geval is met de inkt van de tekeningen in het schetsboek, die in deze redenering dus ook ooit zwart zouden moeten zijn geweest. Maar dat kan niet, de sepia/schellak inkt waarmee is getekend is van zichzelf bruin en nooit zwart geweest, en dus niet verkleurd.
Het papier is groenblauw van tint, ongeveer 200 jaar oud, en papier van deze kleur en ouderdom verliest zijn oorspronkelijke tint bij blootstelling aan licht, maar ook het papier is niet verkleurd. Dat komt omdat het gaat om een album, waar het licht niet bij kan. Maar als inkt en papier niet zijn verkleurd, streefde de tekenaar dus bewust naar bruinige effecten, en in samenhang met de door hem gekozen iconografie – taferelen uit Arles en Saint-Rémy – betekent dit dat deze maker overduidelijk werd geïnspireerd door Van Goghs tekeningen in hun latere, verkleurde staat, kennelijk onwetend van hun oorspronkelijke zwarte tint.
Topografische vergissingen
Onze experts constateerden bovendien dat meerdere voorstellingen uit het schetsboek opvallende topografische fouten bevatten. Zo liet de tekenaar het gebouw van de mannenvleugel van de inrichting in Saint-Rémy op twee verschillende tekeningen in het schetsboek abrupt eindigen, alsof het om een zelfstandig gebouw zou gaan. In werkelijkheid is die vleugel echter onderdeel van twee aaneensluitende gebouwen.
Op de tekening van de zogeheten brug van Langlois in Arles staat een brugwachtershuisje, maar aan de verkeerde kant van het kanaal. Het schetsboek bevat tal van dit soort ‘vergissingen’.
In Het verloren schetsboek uit Arles wordt gesteld dat de tekeningen naar de werkelijkheid zijn vervaardigd, maar de maker – en in navolging hiervan ook de auteur van het boek – blijkt de situatie ter plekke niet goed te kennen. Dergelijke topografische ongerijmdheden komen in Van Goghs oeuvre niet voor en ze zijn het gevolg van een verkeerde interpretatie van de voorbeelden waarop de maker van het schetsboek zich voor zijn imitaties baseerde.
Veel vragen rondom herkomstgeschiedenis
Ook de herkomstgeschiedenis roept veel vragen op. Volgens de eigenaar in 2007 zou het schetsboek afkomstig zijn van het met Van Gogh bevriende echtpaar Ginoux uit Arles, de eigenaren van het Café de la Gare waar Van Gogh geregeld kwam en dat hij in 1888 ook enige tijd als hotel gebruikte. Maar hiervoor bestaat geen waarachtig historisch bewijsmateriaal.
Sterker nog, het echtpaar Ginoux had in 1896 volgens eigen zeggen geen enkele tekening van Van Gogh in zijn bezit. Maar in Het verloren schetsboek uit Arles wordt beweerd dat het schetsboek in hun café zou zijn zoekgeraakt om vervolgens in 1944 – bijna 50 jaar later – in het bekende Gele Huis op te duiken, Van Goghs voormalige woning in Arles. Vervolgens duurde het nog meer dan zestig jaar voordat iemand op het idee kwam dat dit schetsboek misschien iets met Van Gogh te maken had, en deze gang van zaken achten wij zeer onwaarschijnlijk.
Notitieboekje lijkt niet betrouwbaar
In Het verloren schetsboek uit Arles wordt een notitieboekje gepubliceerd dat afkomstig zou zijn uit het Café de la Gare van het echtpaar Ginoux. Het gaat om een soort agenda van het café waarin dagelijks notities werden opgeschreven, en in één van de notities zou naar het album met tekeningen worden verwezen.
Maar omdat de tekeningen in het schetsboek ons inziens niet van Van Gogh zijn, zijn er ook bedenkingen over de authenticiteit van dit notitieboekje. Wij zijn op de hoogte van het bestaan ervan sinds 2012, toen de eigenaar van het schetsboek ons foto’s van vier pagina’s stuurde uit dit kennelijk opgedoken notitieboekje.
In Het verloren schetsboek uit Arles worden 26 pagina’s uit dit notitieboekje afgebeeld, waarvan wordt beweerd dat dit alles is wat bewaard is gebleven. Wij waren echter zeer verbaasd twee van de vier pagina’s die wij in 2012 kregen opgestuurd in de huidige publicatie ontbreken. Die twee ontbrekende pagina’s betreffen een notitie gedateerd 19 juni 1890, waarin een Van Gogh gerelateerde mededeling wordt gedaan.
Onze verbazing steeg alleen maar toen wij in Het verloren schetsboek uit Arles deze mededeling aangaande Van Gogh in exact dezelfde bewoording aantroffen in een notitie gedateerd 10 juni. Wij willen graag weten hoe dit kan. Hoeveel pagina’s zijn er werkelijk van dit notitieboekje overgebleven, 26, 28, misschien meer? En hoe betrouwbaar is dit boekje als exact dezelfde mededeling op twee verschillende data wordt aangetroffen?
Het sterkt ons alleen maar in onze opinie dat de enige andere passage aangaande Van Gogh in dit notitieboekje, waarin wordt verwezen naar een album met tekeningen, niet authentiek kan zijn. Het betreft een mededeling gedateerd 20 mei 1890.
Hierin staat dat dokter Rey – de arts die Van Gogh in het ziekenhuis van Arles had behandeld nadat hij zijn oor had afgesneden – namens de kunstenaar een album met tekeningen voor het echtpaar Ginoux had afgeleverd. De suggestie is dat Rey Van Gogh in de inrichting te Saint-Rémy had opgezocht, maar het is helemaal niet bekend dat deze arts nog contact had met Van Gogh nadat deze in de inrichting was opgenomen.
Rey verbleef zelf vermoedelijk niet eens meer in Arles, aangezien zijn aanstelling bij het ziekenhuis in 1889 was afgelopen en hij in juni 1890 zijn doctorsthese in Montpellier moest verdedigen. In de brieven die Van Gogh en de Ginoux elkaar in mei en juni schreven, wordt ook met geen woord over een bezoek van Rey, noch de bezorging of ontvangst van een schetsboek gerept: geen aankondiging, geen bedankje, laat staan de vraag of dit toch bijzondere geschenk ook goed was aangekomen.
Het notitieboekje is wat ons betreft als bron onbetrouwbaar en wij achten verder onderzoek hiernaar noodzakelijk.
Omdat onze eerdere opinie over de tekeningen niet in Vincent van Gogh. Het verloren schetsboek uit Arles is opgenomen, brengt het Van Gogh Museum bovenstaande informatie naar buiten.