Meer over automatische doeksoortanalyse
Een nieuw hulpmiddel om de volgorde van Van Goghs schilderijen vast te stellen.
Dankzij de PACCAR Foundation beschikt het restauratieatelier van het Van Gogh Museum sinds kort over een digitaal röntgenapparaat.
Het restauratieatelier van het Van Gogh Museum beschikt sinds kort over een digitaal röntgenapparaat. Deze aankoop is mogelijk gemaakt door de PACCAR Foundation.
Deze zeer genereuze donatie werd in 2019 toegezegd en het röntgenapparaat werd in februari 2020 geleverd en geïnstalleerd. Het museum is zeer dankbaar voor deze belangrijke uitbreiding van het atelier met The PACCAR Foundation Vision Studio, dat veel nieuw onderzoek mogelijk maakt.
Röntgenopnames worden vaak gebruikt voor de conservering en restauratie van kunstwerken van schilderijen. Met röntgenopnames kan onderliggende schade, die met het blote oog niet zichtbaar is, in kaart worden gebracht. Denk bijvoorbeeld aan schade uit het verleden aan verflagen en dragers (doeken of panelen).
Daarnaast kan er met deze opnames ook inzicht worden verkregen in de werkwijze van de kunstenaar en in de restauratiegeschiedenis van een schilderij. Bovendien kan röntgenonderzoek aanwijzingen opleveren die van belang kunnen zijn in discussies over datering en authenticiteit. Ook onderliggende voorstellingen worden op een röntgenopname zichtbaar. Zo weten we bijvoorbeeld dat Van Gogh meerdere werken schilderde over voorstellingen die hij eerder had geschilderd.
Links: Vincent van Gogh, 'In het café: Agostina Segatori in Le Tambourin', 1887. Rechts: Röntgenopname van hetzelfde schilderij laat zien dat er een ander vrouwenportret onder de verf schuil gaat.
Röntgenbeelden zijn ook essentieel bij het analyseren van de specifieke eigenschappen van de anatomie van doeken. Veel negentiende-eeuwse schilderijen zijn in het verleden voorzien van een steundoek (doublering). Daardoor is de oorspronkelijke achterzijde van het schilderij niet meer zichtbaar en kunnen de individuele karakteristieken van het originele doek, zoals de weefseldichtheid, niet meer met het blote oog worden bepaald.
Veel negentiende- en vroeg twintigste-eeuwse doeken hebben een gronderingslaag. Meestal bestaat deze laag uit componenten die vanwege hun elementaire samenstelling, zoals lood- of zinkverbindingen, door middel van de röntgenstraling duidelijk gefotografeerd kunnen worden. Het contrast tussen dikkere en dunnere delen van de grondering op een doek brengt dan de specifieke doekstructuur aan het licht.
We weten dat kunstenaars zoals Van Gogh soms rollen van een paar strekkende meter doek in hun atelier hadden. Ze namen er een stuk van af al naar gelang hun inspiratie. Wanneer er röntgenopnamen zijn gemaakt van verschillende doeken van een kunstenaar, kunnen deze vervolgens met elkaar worden vergeleken.
Door middel van weave matching software is het mogelijk om aan de hand van de opname de dradendichtheid van doeken te vergelijken. Als uit analyse blijkt dat ook de grondering van deze werken identiek is, dan kan worden vastgesteld dat de doeken ooit van dezelfde rol doek zijn geknipt of gesneden. De anatomie van die doeken vertoont immers identieke eigenschappen, die specifiek horen bij dat weefsel.
Met de komst van het nieuwe röntgenapparaat in het Van Gogh Museum hoeft voor röntgenfotografie van schilderijen geen apparatuur meer naar het museum vervoerd te worden, zoals dat in het verleden gebeurde.
Bovendien levert het nieuwe apparaat meteen digitale beelden, waardoor het maken en verwerken van deze voor de restauratoren zo belangrijke fotografie, nu een stuk efficiënter is geworden. Zonder de genereuze steun van de PACCAR Foundation was een dergelijke belangrijke aanwinst voor het restauratieatelier niet mogelijk geweest.