In minder dan twee jaar maakte Vincent van Gogh zesentwintig portretten van één familie. In het Zuid-Franse Arles ontstond tussen Van Gogh en postbode Joseph Roulin, zijn vrouw Augustine en hun drie kinderen een bijzondere band die zou leiden tot een van de meest indrukwekkende portrettenreeksen uit de kunstgeschiedenis.
Een groot deel van deze unieke serie portretten, die nu verspreid is over musea en privécollecties wereldwijd, wordt dit najaar voor het eerst samengebracht in de tentoonstelling Van Gogh en de Roulins. Eindelijk weer samen.
Deze tentoonstelling is tot stand gekomen in samenwerking met het Museum of Fine Arts in Boston, waar twee sleutelwerken uit de serie worden bewaard: Joseph Roulin en La Berceuse. Andere bruiklenen uit de reeks zijn onder meer afkomstig van het Museum of Modern Art in New York, het Kröller-Müller Museum, het Stedelijk Museum, Museum Boijmans Van Beuningen en Museum Folkwang in Essen.
Met meer dan twintig bruiklenen uit toonaangevende internationale collecties biedt de tentoonstelling een zeldzame kans om deze serie iconische portretten samen te ervaren.