Ter gelegenheid van de tentoonstelling Van Gogh aan de Seine organiseerde het Van Gogh Museum op donderdag 12 oktober 2023 een studiedag.
Een groep van veertig internationale experts reisde hiervoor naar Amsterdam, onder wie onderzoekers die mee hebben geschreven aan de catalogus van de tentoonstelling, collega’s van verschillende musea, andere experts uit het vakgebied en particuliere bruikleengevers. De speciale studiedag gaf de genodigden de gelegenheid om nog voor de officiële opening de tentoonstelling grondig in zich op te nemen. Zo konden ze dieper ingaan op de thema’s uit de tentoonstelling en de nieuwe ideeën en vragen die hieruit voortkwamen.
Introducties in het auditorium
De studiedag ging van start in het auditorium van het museum met een welkomstwoord door Marije Vellekoop, hoofd Collectie & Onderzoek van het Van Gogh Museum. Hierop volgde een uitgebreide inleiding op de tentoonstelling door Bregje Gerritse, onderzoeker en conservator van de tentoonstelling in het Van Gogh Museum.
Van Gogh aan de Seine liet zien hoe het gebied langs de Seine rondom Asnières, ten noordwesten van Parijs, cruciaal was voor de artistieke ontwikkeling van Vincent van Gogh en zijn tijdgenoten: Paul Signac, Georges Seurat, Emile Bernard en Charles Angrand. In de 19de eeuw werd vrijetijdsbesteding rond de Seine steeds belangrijker voor Parijzenaren. Nieuwe treinstations en bruggen maakten de voorsteden bij Parijs toegankelijker en daardoor steeds populairder. Tegelijkertijd domineerden rokende fabrieksschoorstenen steeds vaker de horizon.
Tussen 1881 en 1890 reisden de vijf ambitieuze kunstenaars met hun schilderattributen op hun rug te voet naar de oevers van de Seine. Met hun ezel in het groen legden ze de veranderingen vast die de opkomende industrie met zich meebracht. Ze vonden nieuwe, moderne motieven en ontwikkelden hun kleurgebruik en schildertechniek.