Broers Theo en Vincent
Vincents leven kende veel ups & downs, maar hij kon altijd rekenen op de steun van zijn jongere broer Theo.
Biografie, 1890 - 1973
Na Vincents dood steeg de waardering voor zijn kunst en werd hij steeds beroemder. Ontdek welke rol de vrouw van Theo hierin speelde en hoe Vincents neefje in 1973 het Van Gogh Museum oprichtte.
Ruim anderhalve maand na Vincents dood organiseerde Theo in Parijs een herdenkingstentoonstelling van Vincents werk. Na alle inspanningen en tegenslagen ging het met zijn eigen gezondheid inmiddels steeds slechter.
Kort na de tentoonstelling nam Theo op staande voet ontslag bij Boussod, waarna hij een zware zenuwinzinking kreeg. Met lichamelijke en psychische klachten, mogelijk als gevolg van syfilis, werd Theo opgenomen in een inrichting in Utrecht. Daar overleed hij eind januari 1891, nog geen half jaar na de dood van zijn broer.
Vanaf dat moment kwamen Vincents schilderijen in het beheer van Theo’s weduwe: Jo van Gogh-Bonger.
Na Theo’s dood verhuisde zijn weduwe, Jo, met haar zoontje Vincent Willem naar Bussum. Ze nam de kunstcollectie van Vincent en Theo met zich mee.
In 1901 hertrouwde ze met kunstschilder Johan Cohen Gosschalk en ging twee jaar later met haar gezin in Amsterdam wonen.
Jo bracht Vincents schilderijen onder de aandacht van een groot publiek, onder andere door ze in bruikleen te geven voor tentoonstellingen in musea over de hele wereld. Steeds vaker waren er kopers voor Vincents werk.
In 1914 publiceerde Jo de allereerste editie van de brieven die Vincent aan Theo had geschreven. Datzelfde jaar liet ze Theo herbegraven in Auvers-sur-Oise, in een graf naast dat van zijn broer.
Na de dood van Jo in 1925 ging de kunstverzameling van Vincent en Theo over op haar zoon, Ingenieur Vincent Willem van Gogh. Die gaf de schilderijen van zijn oom vanaf 1930 in bruikleen aan het Stedelijk Museum van Amsterdam. Maar Vincents werk werd steeds beroemder, en steeds vaker gingen er stemmen op om de collectie onder te brengen in een apart museum.
In 1962 droeg in overeenstemming met de Staat der Nederlanden ‘de Ingenieur’ de verzameling Van Gogh over aan de Vincent van Gogh Stichting. Daartegenover heeft de Staat zich verplicht het Van Gogh Museum te bouwen, om daarmee te waarborgen dat de collectie voor iedereen en voor altijd toegankelijk is.
Elf jaar later verhuisde de collectie van het Stedelijk Museum naar een speciaal, door Gerrit Rietveld ontworpen gebouw. Al vanaf de opening door koningin Juliana op 2 juni 1973, ontvangt het Van Gogh Museum bezoekers uit alle windstreken. Tegenwoordig zijn dat er jaarlijks rond de twee miljoen.
'Ik kan er niets aan doen dat mijn schilderijen niet worden verkocht. Toch zal de dag komen dat men zal zien dat ze meer waard zijn dan wat wij erin steken voor de verf en mijn al met al zeer schamele levensonderhoud.'
Vincent aan Theo, Arles, ca. 25 oktober 1888