Dit jaar bestaat het impressionisme 150 jaar. Ter ere van dit jubileum is in het Van Gogh Museum een tentoonstelling te zien met de mooiste impressionistische kunstwerken uit Nederlandse collecties. Hoe kwamen deze Franse kunstwerken in Nederland terecht?
Verzamelen
Wat je verzamelt zegt altijd iets over je smaak, je identiteit en de tijd waarin je leeft. Dat geldt voor individuen, maar ook voor musea en zelfs voor landen. In ons land vatten we alle openbaar toegankelijke kunst- en erfgoedcollecties samen onder de noemer ‘Collectie Nederland’. De oprichters en samenstellers van al deze verzamelingen hebben ooit keuzes gemaakt: Welke kunstwerken willen we wel? Welke niet?
Binnen de Collectie Nederland zijn impressionistische landschappen goed vertegenwoordigd. Maar werk van vrouwelijke impressionisten ontbreekt grotendeels, en ook een schilderij van Degas hebben we niet binnen onze landsgrenzen. Voordat we daar later in de special dieper op ingaan, eerst iets meer over het Frans impressionisme:
Impressionisme in Nederland
Het impressionisme ontstond in Parijs, en het duurde een hele tijd voor het de harten van de kritische Nederlanders zou veroveren. Niet zo gek, want de 19de eeuw was een tijd waarin men door een nationalistische bril naar de wereld keek.
Waarom zouden we ons in Nederland interesseren voor die gekke kunst uit Frankrijk als we binnen onze eigen landsgrenzen de Haagse School hadden? De Haagse School was een kunststroming die in zachte grijstinten het Hollandse landschap liet schitteren. Vergeleken daarbij was het impressionisme te felgekleurd. Kleuren die bovendien in losse penseeltoetsen op het doek werden geplaatst, in plaats van soepele kleurovergangen. De schilderijen waren te schetsmatig en leken niet af. En dan kozen de impressionisten ook nog eens voor eigentijdse, vaak alledaagse onderwerpen...
Alles bij elkaar was het impressionisme te tegendraads voor de smaak van veel critici en de gevestigde kunstwereld in Nederland. Toch waren er een aantal vooruitstrevende kunstliefhebbers, zoals Theo van Gogh en Helene Kröller-Müller, die wel de potentie zagen van deze nieuwe stijl en impressionistische kunst aankochten. Dankzij hen is het impressionisme nu toch vertegenwoordigd in de Collectie Nederland.
Impressionisme in Frankrijk
Niet alleen in Nederland waren mensen terughoudend of zelfs geschokt door het impressionisme. Ook in thuisland Frankrijk werd de nieuwe kunststroming aanvankelijk niet met open armen ontvangen. Dat is logisch als je bedenkt dat het impressionisme ontstond als een vorm van verzet.
Kunstenaars zoals Claude Monet , Edgar Degas, Camille Pissarro, Berthe Morisot, Alfred Sisley en Paul Cézanne streefden ernaar om de kunst te vernieuwen en vooruit te brengen. Ze voelden zich buitengesloten door de gevestigde orde in de kunstwereld. Hun kunstwerken werden telkens afgewezen bij de Salon, de enige jaarlijkse tentoonstelling waar nieuwe kunst werd gepresenteerd. De Salon werd georganiseerd door de overheid, die bepaalde wat er te zien was, wie in de prijzen viel en wat er werd aangekocht.
Doordat de impressionisten keer op keer werden geweigerd, kregen zij geen toegang tot de kunstmarkt en konden ze zich niet presenteren aan het grote publiek. De vernieuwers waren gelukkig eigenzinnig genoeg om een oplossing te vinden: ze organiseerden hun eigen tentoonstelling!
De eerste impressionistententoonstelling
Op 15 april 1874 opende deze tentoonstelling haar deuren in Parijs en daarmee was de geboorte van het impressionisme een feit. Wat de kunstenaars die er exposeerden gemeen hadden, is dat zij een persoonlijke beleving van sfeer en lichtval van een specifiek moment vertaalden in kleuren en toetsen. Denk aan kortstondige momenten, zoals het verschijnen van een regenboog boven de velden of een groep mensen op een terras in Parijs die levendig met elkaar aan het praten zijn.
De impressionisten waren nadrukkelijk niet geïnteresseerd in het zo realistisch mogelijk vangen van een landschap of portret zoals de lens van een fotocamera dat deed, maar verbeeldden hun persoonlijke impressies. Bovendien maakte het voor de meeste impressionisten niet uit of een kunstenaar in aquarel werkte, een tekening met pastel maakte, of juist een schilderij of sculptuur. Al deze vormen waren als kunst evenveel waard en kregen een plekje in de tentoonstelling.
In de volgende aflevering
In de volgende aflevering gaan we dieper in op Vincent van Gogh en het impressionisme. Wat vond hij ervan toen hij deze vernieuwende kunst voor het eerst zag? En hoe heeft de kunst van de impressionisten zijn werk beïnvloed?