Luce, Maximilien
Montmartre werd in 1860 onderdeel van Parijs en was in het fin de siècle uitgegroeid tot het kloppend hart van de avant-garde.
De goedkope arbeiderswoningen, vele uitgaansgelegenheden en non-conformistische sfeer in de wijk op de heuvel hadden grote aantrekkingskracht op jonge prentkunstenaars.
Zij hadden er hun ateliers en ontmoetten gelijkgestemde kunstenaars, schrijvers en bohemiens in café-concerts en in het cabaret Le Chat Noir.
In hun prenten verbeeldden ze de uiteenlopende aspecten van het dagelijks leven in Montmartre.
-
Schilderachtige straatjes
Terwijl Parijs in de 19de eeuw werd omgetoverd tot een netwerk van brede boulevards, behield het van oorsprong landelijke Montmartre grotendeels zijn steile slingerstraatjes met hier en daar een molen tussen alle nieuwbouw.
De etser en meesterdrukker Eugene Delâtre maakte deze schilderachtige kant van de wijk het vaste onderwerp van zijn prenten.
-
Symbool van moderne samenleving
De meeste prentmakers waren juist gefascineerd door het rumoerige stadsleven.
De stad was overdag bevolkt door arbeiders, ambachtslieden en kleine winkeliers en ’s nachts overgenomen door uitgaanspubliek, prostituees en gespuis.
In Montmartre vonden zij het toonbeeld van de moderne samenleving, met zijn sociale diversiteit, amusement en vrije moraal.
Verder lezen
Phillip Dennis Cate et al., The Spirit of Montmartre. Cabarets, Humor and the Avant-Garde 1875-1905, New Brunswick 1996
Richard Thomson et al., Toulouse-Lautrec and Montmartre, Washington 2005
Ingrid Pfeiffer, Max Hollein (red.), Esprit Montmartre. Bohemian life in Paris around 1900, Frankfurt 2014