primitivisme
Prentkunstenaars tijdens het fin-de-siècle als Paul Gauguin, Emile Bernard en Paul Sérusier lieten zich inspireren door andere tijden en oorden.
Ze ontleenden onderwerpen, stijlen en technieken aan exotische culturen, het landelijke Bretagne en de vrome middeleeuwen.
Deze waren in hun ogen nog ongerept en primitief en vormden een tegenhanger van de industrialisering en het morele verval van hun eigen decadente leven in Parijs.
Hier vonden ze inspiratie voor hun vereenvoudigde, ongepolijste stijl en techniek.
-
Frisse blik
De uiteenlopende ‘primitieve’ inspiratiebronnen hielpen de kunstenaars om los te komen van de eigentijdse kunstenaarstraditie, waarin een gedetailleerde, natuurgetrouwe weergave van de werkelijkheid centraal stond.
Primitivistisch werkende kunstenaars wilden juist op een naïeve, bijna kinderlijke manier naar de wereld kijken om zo tot een meer expressieve en spirituele kunst te komen.
-
-
Naïeve stijl
Bernard bootste de grove stijl van de middeleeuwse houtsnede na om zijn prenten met Bijbelse voorstellingen kracht bij te zetten.
Gauguin verbeeldde in zijn prentenserie Volpini zowel de Bretonse boerenbevolking als de exotische Martinikaanse cultuur.
Hij bouwde zijn composities op uit platte vlakken en baseerde de weergave van de personen op beeldhouwkunst van primitieve volkeren.
Verder lezen
Robert L. Herbert, Peasants and "Primitivism". French Prints from Millet to Gauguin, tent.cat., South Hadley (Mount Holyoke College Art Museum) 1995
Philippe Dagen, Le peintre, le poète, le sauvage. Les voies du primitivisme dans l'art français, Parijs 1998
Elizabeth Emery, Laura Morowitz, Consuming the Past. The Medieval Revival in Fin-de-siècle France, Aldershot 2003